5 dingen die je moet weten over oldtimers

Van zodra een wagen 25 jaar geleden ingeschreven werd, kan hij erkend worden als oldtimer. De wagen wordt dan gekeurd als oldtimer en krijgt vervolgens een O-nummerplaat.

Hoe meer jaren de wagen op de teller heeft, hoe minder vaak hij gekeurd moet worden. In Vlaanderen is dat tussen 25 en 30 jaar nog jaarlijks, daarna tweejaarlijks tot 50 jaar. Daarna moet de wagen slechts een keer per vijf jaar naar de keuring.

Nog interessanter zijn de lage jaarlijkse verkeersbelastingen voor oldtimers. Bovendien kan je vaak ook op je verzekering nog heel wat besparen.

Met je O-nummerplaat kan je je oldtimer wel niet zomaar voor alles gebruiken. Eventjes de kinderen afzetten aan school met je classic, kan bijvoorbeeld niet. Een oldtimer mag namelijk niet gebruikt worden voor woon-werkverkeer of woon-schoolverkeer.

Je mag je oldtimer evenmin inzetten voor commercieel en professioneel gebruik, betalend transport of als werkmiddel.

Goed om te weten: je belangen als eigenaar van een oldtimer worden verdedigd door de Belgische Federatie voor Oude Voertuigen of BFOC. Zij biedt onder meer juridisch, technisch en administratief advies. De BFOC is ook de uitgelezen contactpersoon voor eigenaars of oldtimerclubs.

Oldtimers hebben nogal wat onderhoud nodig. Ideaal als je houdt van sleutelen aan je wagen, maar soms ook een last als je wat minder technisch aangelegd bent. Bovendien zijn voor sommige modellen reserveonderdelen moeilijker te vinden, en daardoor ook duur.

Controleer dus steeds vooraf of voor het voertuig waar je je oog op hebt laten vallen voldoende vlot losse onderdelen te vinden zijn. Op Citroparts vind je bijvoorbeeld een ruim gamma aan onderdelen voor klassieke Citroëns aan betaalbare prijzen.